de beste info hier en nu voor hen

“Aangezien opvoeding een waardegebonden, contextueel bepaald gegeven is, is het vaak niet mogelijk om ‘volledige’ kennis te bieden, of de ‘juiste’ kennis. Als het gaat over het begeleiden van ouders m.b.t. aanpak in de opvoeding, zijn er ook verschillende manieren mogelijk. Dat maakt dat het louter aanbieden van kennis als doel niet zo ideaal is. Daarnaast: de wetenschap weet ook niet alles: ook daar zijn er verschillende meningen, perspectieven, of kunnen onderzoeksresultaten verschillen naargelang een gehanteerde onderzoeksmethode of bij een specifieke doelgroep.”
Karla Van Leeuwen
coördinator gezins- en orthopedagogiek KULeuven
Als mama vond ik het lezen van ‘vraagbaken’ op ouders.nl ondersteunend. Dat zijn vragen van ouders die heel uitgebreid beantwoord werden door kinderpsychologen. In de antwoorden werd veel theorie verwerkt maar was er tegelijkertijd ruimte voor nuance (“In jouw vraag lees ik ook iets anders”) en voor de complexiteit van opvoeden (“Maar dit geldt niet voor alle ouders”).”
medewerker
Opvoedingswinkel

Nieuwboer stelt daarom voor om per thema drie kennisbronnen te integreren, namelijk wetenschap, vakkennis en ervaringskennis van ouders:

over elk thema zou regelmatig (bijvoorbeeld om de vijf jaar) een check moeten gebeuren van de laatste meta-analyses en reviews, richtlijnen en handboeken over dit thema.

professionals hebben door jarenlange ervaring diepgaande kennis die niet in boeken terug te vinden is. Deze professionals voegen hun adviezen en tips over elk thema toe.

ouders geven in panels of focusgroepen feedback over de inhoud en de vorm van de geboden opvoedingsinformatie.

Opvoeden.nl doet bijvoorbeeld beroep op een Landelijk Ouderpanel. De mening en ervaringen van ouders in dit panel worden regelmatig bevraagd en gebruikt bij de ontwikkeling van opvoedinformatie op opvoeden.nl.

Enkele aanbevelingen bij het integreren van ervaringskennis (Nieuwboer i.o. van Stichting Opvoeden.nl, 2018):

  • Maak samen met groepen ouders systematische inventarisaties over welke informatie zij onder een bepaald opvoedthema verwachten te vinden en/of welke opvoedvragen zij rond dit thema hebben. Haal zo de voorkeursterminologie van ouders op en maak de informatielijnen intuïtiever en completer.

  • Vraag ouders welke adviezen zij zelf aan elkaar geven. Deze adviezen zouden een aanvulling kunnen zijn op een webpagina, of er kan rekening mee gehouden worden als informatie geformuleerd wordt

Door het integreren van deze drie kennisbronnen wordt de focus van opvoedingsinformatie niet zozeer ‘de juiste informatie’, maar wel ‘de beste informatie van nu voor hier en voor hen’.

Nieuwboer & Veninga (2018) geven een voorbeeld van opvoedingsinformatie voor ouders over jongensbesnijdenis vóór en na validatie. Waar zitten voor jou de belangrijkste verschillen tussen deze twee teksten?

Versie 1:

Besnijdenis van jongens op godsdienstige gronden wordt in Nederland door de organisaties van artsen afgeraden. Het is nergens voor nodig, het is beschadigend en het kan leiden tot ernstige complicaties. Voor veel ouders voor wie jongensbesnijdenis heel belangrijk is, is dit moeilijk te accepteren.

Versie 2:

De Nederlandse organisaties van artsen en de jeugdgezondheidszorg hebben er begrip voor dat ouders godsdienstige of culturele redenen hebben voor jongensbesnijdenis. Toch raden zij het ouders af. Met een besnijdenis ontneem je namelijk het recht van het kind om over het eigen lichaam te beslissen. Ook is er geen bewijs dat een besnijdenis vanwege de hygiëne of andere redenen noodzakelijk is.