We weten dat weblezers niet lang blijven hangen op een pagina. En dat het cruciaal is om hen snel geboeid of nieuwsgierig te krijgen. Zorgvuldig taalgebruik is dan ook essentieel.
Het begin:
Begrijpt de bezoeker in één oogopslag op welke website hij terecht komt, en wat de organisatie erachter doet?
Een voorbeeld van een wervende baseline :
Valkuil:
Een slagzin gebruikt vaak beeldspraak. Die is doorgaans moeilijker te begrijpen voor minder talige bezoekers:
Wat heeft Hasselt dan?
Do’s en don’ts voor korte, heldere zinnen
Do’s:
Een zin bestaat uit maximaal 12 à 15 woorden. Meer woorden? Maak er 2 zinnen van!
Schrijf in de tegenwoordige tijd
Schrijf zoals je praat
Don’ts:
Vermijd passieve zinnen.
Niet: Schermen worden best zo weinig aangeboden
Wel: Je houdt schermtijd best zo kort mogelijk
Vermijd bijzinnen
Een werkwoord als onderwerp van je zin
Niet: Je kind veelvuldig straffen kan ertoe leiden dat het effect verdwijnt
Wel: Als je je kind vaak straft, verdwijnt het effect
‘Je’ en ‘u’ door elkaar gebruiken. Gebruik ‘je’!
Vermijd dubbele ontkenningen
Niet: Voorkom dat er geen onnodig speelgoed in de kast ligt
Wel: Zorg dat enkel speelgoed waar je kind vaak mee speelt, binnen handbereik ligt
Moeilijke voorzetsels gebruiken:
Niet: Met het oog op een betere structuur, kan je de structuurkaartjes met betrekking tot huiswerk gebruiken
Wel: Om je kind structuur te bieden, kan je de structuurkaartjes over huiswerk gebruiken.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.Ok